Het portaal naar de Rijn- en binnenvaart
Eni-nr:2303746.
Scheepstype:Sleeptankschip – type N/open.
Bouwjaar:1914.
Bouwwerf:Scheepswerf Gebr. Pot NV in Bolnes.
Bouwnummer:685.
Proefvaart:Onbekend.
Afmetingen:93.40 x 12.05 x 2.83.
Tonnage / Inhoud:2254 / 2969.
Aantal tanks:26, niet voorzien van stoomspiralen.
Pompcapaciteit:200 cbm/uur stoompomp.
Eigenaar:Phs. van Ommeren’s Scheepvaartbedrijf NV in Rotterdam.
Zusterschepen:Geen.
Betekenis Scheepsnaam:Naar het Beierse stadje Lindau, gelegen aan de Bodensee en in de Romeinse tijd Lindavia genoemd.
Bijzonderheden:Het sleeptankschip LINDAVIA werd nog gebouwd met houten kap, zoals tot 1914/1915 verplicht was.
Toen in 1926 het Kadaster een nieuwe administratie invoerde, diende alle reeds gebrandmerkte schepen van een nieuw merk voorzien te worden. Omdat het hier om duizenden schepen ging ontstonden er grote achterstanden en waren fouten niet te voorkomen. Zo kom het gebeuren dat de LINDAVIA in 1928 gemerkt werd onder nummer: 3769 B Rotterdam. Toen uit de administratie bleek dat de LINDAVIA een dag eerder al gemerkt was onder nummer 3746 B Rotterdam werd nummer 3769 B Rotterdam weer verwijderd.
Reeds voor de Tweede Wereldoorlog voorzien van stoomspiralen om ook stookolie te kunnen varen. In 1954 voorzien van een nieuwe 400 cbm/uur lospomp en een 80 cbm/uur lenspomp.
Levensloop:Op 12-11-1952 overgeschreven naar Maatschappij Bierhaven NV in Rotterdam en niet hernoemd. Op 26-06-1958 overgeschreven naar Phs. van Ommeren NV in Rotterdam en niet hernoemd. Op 30-12-1960 overgeschreven naar Phs. van Ommeren (Binnentankvaart) NV en niet hernoemd. Op 28-02-1973 verkocht aan Stolk’s Handelsonderneming BV in Hendrik Ido Ambacht. Op 20-12-1982 overgeschreven naar Stolha BV in Hendrik Ido Ambacht en op dezelfde dag weer terug overgeschreven naar Stolk’s Handelsonderneming BV in Hendrik Ido Ambacht en niet hernoemd. Waarschijnlijk in 1983 gesloopt maar verkoop naar het buitenland is niet uitgesloten.
Het sleeptankschip LINDAVIA, opvarend aan de Loreley. Het gaat hier om een zeer gedateerde foto want de LINDAVIA is nog voorzien van een houten kap. In de afvaart is een radersleepboot met twee lege schepen en achter de LINDAVIA is een andere radersleepboot in de opvaart zichtbaar.
Foto: Archief Arie Lentjes.
Het sleeptankschip LINDAVIA opvarend aan de Loreley, maar heel wat jaren later. De luiken zijn inmiddels verdwenen en de stuurhut is dichtgemaakt.
Foto: Archief Arie Lentjes.
De sleeptankschepen TEUTONIA (met pompkamer) en LINDAVIA wachten aan Neckarspitze (kmr. 428) in Mannheim op sleepgelegenheid.
Foto: Archief Arie Lentjes.
Het sleeptankschip LINDAVIA ter hoogte van Utrecht op het Amsterdam-Riinkanaal. Schippersvrouw Van Deurzen wordt, gebruikmakend van de stroom, met de roeiboot naar de wal gebracht. Enige handigheid was hier wel geboden want de sleepboot trekt lustig door. Maar daar wisten de matrozen van de LINDAVIA wel raad mee. Foto: Collectie J. Lauffer – met dank.
Het sleeptankschip LINDAVIA was van Karlsruhe onderweg naar Amöneburg, met een lading stookolie voor de cementfabriek van Dykerhoff en werd gesleept door de particuliere sleepboot ALBERT. Ter hoogte van de ‘Kühkopf’ (tussen de Rijnkilometers 471 en 472) ging het plotseling mis. Het schip plooide, vanaf het achterschip gezien op één derde van haar lengte, waardoor het achterschip begon te zinker en het voorschip al snel de rivierbodem raakte, Om het volledig breken van het schip te voorkomen wist de kapitein van de ALBERT, in nauwe samenwerking met de bemanning op de LINDAVIA, het onfortuinlijke schip net beneden het wagenveer van Guntersblum aan de grond te zetten.
Foto: Archief Arie Lentjes.
Nadat de LINDAVIA in andere Van Ommeren schepen had gelost, uiteraard konden dit alleen schepen zijn die op zijn minst waren voorzien van stoomspiralen, werd de LINDAVIA naar Rotterdam gebracht voor een grondige reparatie. Dit gebeurde langszij een particulier sleepvrachtschip.
Foto: Archief Arie Lentjes.
Een klein deel van de bemanning van het sleeptankschip LINDAVIA poseert gewillig voor de fotograaf in de zomer van 1962.
Foto: J.C. Glerum – met dank.