1 x 140 cbm/uur Houttuin motorpomp, met enkel leidingsysteem.
Eigenaar:
Internationale Riviertankscheepvaart Maatschappij NV in Rotterdam.
Zusterschepen:
Geen.
Betekenis Scheepsnaam:
Naar het land België.
Bijzonderheden:
Oorspronkelijk gebouwd als sleeptankschip. In 1935 omgebouwd tot motortankschip. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, als gevolg van oorlogsgeweld zwaar beschadigd geraakt. In 1945 geborgen en in 1946 hersteld. Gedeeltelijk voorzien van een nieuw achterschip. Op 20-06-1946 opnieuw in de vaart gekomen (467 ton). In 1952 opnieuw naar de werf gegaan voor een ingrijpende verbouwing. Allereerst voorzien van een trunkdek voor meer kubieke meters. Verder werd het achterschip verder aangepast. Onder andere voorzien van een roef met daarvoor een nieuwe stuurhut. Tevens hermotoriseerd met 230 pk Deutz, type 428, motornummer: 1401629/34 (470 ton). In 1968 omgeboud tot beunschip van 499 ton. Uitgerust met twee ruimen en een pompkamer. In 1972 verlengd naar 66.93 x 6.59 x 2.49 en 721 ton. Tevens hermotoriseerd met 260 pk GM, type 8V71-8 VA-37016, motornummer: 7084-7202.
Levensloop:
Op 28-03-1967 verkocht aan Stolk’s Handelsonderneming BV in Hendrik Ido Ambacht. Op 17-11-1967 verkocht aan J.G. de Jong in Hendrik Ido Ambacht en aansluitend omgebouwd tot beunschip. Op 10-05-1968 als AALTJE in de vaart gekomen. Op 04-08-1975 verkocht aan M. Mijnster in Zwijndrecht en hernoemd in ARANDA. Op 02-03-1990 verkocht aan H.W. van der Hoff in Sleeuwijk en hernoemd in ELIZABETH. Op 24-09-1992 verkocht aan Vof Scheepvaartonderneming Gebr. Grootenboer en niet hernoemd. In juli 1997 afgevoerd van de sterkte en aansluitend gesloopt.
De BELGIA, is inmiddels gemotoriseerd en heeft nu een roef voor de stuurbak. De ramen van de stuurbak zijn naar beneden geklapt vanwege de lage bruggen op de Leuvense Vaart.
De BELGIA, waarschijnlijk aan het lossen op de Leuvense Vaart. De ramen van de stuurbak staan weer overeind. Veel stelt overigens het allemaal niet voor, het liggend stuurrad is gewoon gebleven en slechts de voorzijde en een klein gedeelte van de zijkanten zijn afgeschermd.
Het motortankschip BELGIA, gefotografeerd bij Haren-Brussel aan het Kanaal van Willebroek. Het schip ligt hier aan de installatie van de Shell en is waarschijnlijk net gelost. Aan de witte glooiingen te zien gaat het hier om een winters tafereeltje.
De BELGIA in de sluis van het Zennegat, onderweg naar de Leuvense Vaart. Aan het roer staat stuurman Bertus Muller en voorop staat kapitein Davids.
De BELGIA ligt te lossen bij de Shell in Anderlecht. De pijp om op te lossen stak simpelweg uit de muur, terwijl de tanks een heel stuk verder weg stonden. Prettig lag het in ieder geval niet langs de rondlopende kademuur.
Het motortankschip BELGIA, lossend in het Haren-Brussel, waar in ieder geval nog een soort van steiger was om op vast te maken.
Aan boord van de BELGIA wordt genoten van een vrije zondag. Het schip ligt hier in Brugge (Kanaal naar Oostende) en zal pas maandagochtend gelost worden.
De BELGIA, samen met de SAMBRIA in de Kruisschanssluis in Antwerpen. De BELGIA en de SAMBRIA hebben jarenlang, via de Shell-installatie in Leuven, het vliegveld van Zaventem (Brussel) voorzien van vliegtuigbenzine. Zij waren derhalve bekende verschijningen op de Leuvense Vaart, waar overigens ook regelmatig schepen van Gebr. de Haas en de VT gesignaleerd werden.
Leeg naar Rotterdam. De BELGIA in de sluis van Wijnechem (Albertkanaal).
Het motortankschip BELGIA in de sluis van Wijnechem. Tijdens het schutten is er altijd wat tijd om onder elkaar wat pret te maken.
Op 18 september 1958 zocht de BELGIA, in zeer dichte mist, haar weg op de Westerschelde. De bestemming was Terneuzen, wat toen nog zonder radar gevonden moest worden. Uiterst voorzichtig haar weg zoekend kon niet voorkomen worden dat het schip strandde in de beruchte ‘Put van Terneuzen’. Nadat de mist was opgetrokken en het water gevallen was bleek de BELGIA steil omhoog te zitten op de oevers van Westerschelde. De, in allereijl van Rotterdam opgetrommelde technische overleggen wat er gebeuren moet.
De BELGIA, vol op op de keien van de glooiing van Westerschelde. Wat opvalt is dat de vier ’technische’ kennelijk ook niet weten weten wat er gebeuren moet; ze staan in ieder geval allemaal met de handen in de zij.
Nadat de BELGIA bij hoog water was losgetrokken, werd koers gezet naar een plaatselijke werf. Pas hier bleek dat het schip zware schade had opgelopen aan het vlak en enige weken was uitgeschakeld. Deze foto doet wat dat betreft aan de verbeelding niets af. Zelden zal een schip zo hoog op de keien hebben gezeten,