Verbeterde copie van op 13 September 1943 ontvangen schrijven van schipper H. Vroeg in de Wei.
N.V. Phs. van Ommeren
Mijne Heren,
Betreffende het schrijven over de luchtaanval in de nacht van 9 op 10 Augustus 1943 om ca. 1.30 uur, waarbij t.l. “TREVISIA” schade opliep. ————————————————————————————–
De t.l. “TREVISIA” lag op genoemde datum te Ludwigshafen aan de andere kant van het stadspark. Daar ik nog 500 ton Benzol had geladen achtte ik het het beste, maar niet bij onze andere lege schepen te gaan liggen, daar de toestand het niet toelaat.-
In de nacht van 9 op 10 Augustus werd er om 1.30 uur luchtalarm gegeven. We zijn toen allen opgestaan en daar er toen nog niets te horen of te zien was besloten we maar om aan boord te blijven, daar er bij ons toch geen schuilplaats was. Maar nauwelijks was dat gezegd of er kwamen enige vliegtuigen boven onze schepen en lieten daar hun bommen vallen, hetgeen al een grote brand veroorzaakte in een fabriek, gelegen aan de Leopoldshaven.-
Dit werd gevolgd door honderden vliegtuigen en wij moesten toen aan de wal, daar er zoveel bommen, brandbommen en fosfor werd gegooid, dat er ieder ogenblik een explosie op de t.l. “TREVISIA” kon plaatshebben.-
Toen het dan ook haast niet meer te doen was zijn wij aan de wal gegaan op ca. 30 m. van ons schip af; we waren dan ook nog maar net uit de boot gegaan of een bom verpletterde onze roeiboot. Wij lagen plat in een bos op de grond op 20 meter van onze boot verwijderd. Toen is de aanval zo hevig geworden en lieten ze daar zoveel bommen, brandbommen en fosfor vallen, dat wij daar niet konden blijven, aangezien op onze plaats het bos begon te branden. Ook daaraan hadden wij het te danken, dat ons leven gered was, want op de plaats waarvan wij weg moesten viel een bom, gevolgd door nog 8 stuks. Het was een angstig ogenblik.-
Toen ik daar zo rondzag merkte ik op, dat het orderschip Kurfals in vlammen opging. Toen t.l. “MORAVIA” als tweede. Daarna Oranje No. 5 en ook nog een mij onbekend gebleven schip. Toen werd het tanklager in de haven van Mundenheim getroffen, hetwelk ook door brand werd verwoest. Op dat moment was het een hel, want alles brandde, zover wij maar konden zien.-
De gehele aanval duurde tot 3 uur. Toen het einde daar was, moesten we blijven wachten en gedekt blijven, daar er nog veel tijdbommen ontploften. Toen alles voorbij was, zijn we aan boord gegaan – dat was om half 4 ‘smorgens, maar op de plaats, waar we aan de wal waren gegaan was een groot gat geslagen en onze boot was er niet meer.-
In onze nabijheid lag t.l. “Celec 40”, waarvan de mensen ook aan de wal waren, terwijl de schipper was gewond. Die hebben we aan boord gebracht en wij zijn dan met zijn boot naar de Trevisia gegaan.- Aan boord gekomen zag ik, dat we veel schade hadden en dat het in het voorschip brandde. De hebben we direct geblust en we hebben toen vlug een scherfgat, waardoor Benzol uit het schip liep, dichtgemaakt.- Ik heb alles opgenomen en 21 gaten waren het gevolg van de bom, die in de boot was gevallen. Ook lag er een brandbom in tank No. 1 en verder was er de reeds gemelde schade.-
Daar alles hier toen buiten gevaar was ben ik naar den heer Hoogstraeten gegaan, maar deze was al ter plaatse bij de t.l. “MORAVIA” en andere schepen.- Het zag er daar ook niet mooi uit, want er waren daar veel bomen uit de grond geslagen door het vallen van enige luchtmijnen, alsmede de nog steeds brandende schepen, waarvan niets meer te redden viel.-
Dat is dan het einde van de aanval, waarbij jammerlijk veel schade is aangericht, maar geen mensenlevens van onze schepen vielen te betreuren.- Hoogachtend, Schipper H. Vroeg in de Wei.
Verslag Rhein-SeefrachtGmbH
Uitgetypte tekst
Verslag Rhein-Seefracht GmbH – 11-08-1943
Woensdag, 11 Augustus, 10.45 telefonisch door Rhein Seefracht GmbH bericht, dat te Ludwigshafen de schepen “MORAVIA”, “BOSNIA”, “TREVISIA”. “BASILIA” en “NAPHTA 7” bomschade hebben opgelopen. De “MORAVIA” schijnt er het ergst aan toe te zijn en blijkt, dat het achterschip hiervan is uitgebrand. De bezittingen van den schipper zijn hierbij verloren gegaan. De “BOSNIA”, “TREVISIA” en “BASILIA” hebben alle kogelgaten in de zijde, het dek en de leidingen. Bovendien is er a/b Trevisia in de lading formamit[1] een bom terecht gekomen, welke echter geen verder onheil heeft gesticht. De schepen “MORAVIA”, “BOSNIA” en “BASILIA” worden direct ter reparatie naar Rotterdam[2] gezonden, terwijl de “TREVISIA” waarschijnlijk met de aan boord zijnde lading nog ca. 14 dagen zal moeten blijven liggen waarna dit schip ook naar Rotterdam zal worden gezonden. De “NAPHTA 7” wordt naar Strassburg gedirigeerd en ter beschikking van haar rederij gesteld. De gezamenlijke bemanningen hebben generlei letsel bekomen. Dit bericht werd door den Heer Lang heden 9.30 per Blitzgesprach van Hoogstraeten ontvangen. Ook schijnt de woning van van Hoogstraeten schade belopen te hebben, en deze was hedenmorgen niet meer telefonisch te bereiken.