Een artikel uit de VO Tankvaarder, de voorloper van het Van Ommeren Journaal, over het dichten van de stroomgaten in het Gat van Schelphoek, na de watersnood van februari 1953.

Een buitengewoon bijzondere luchtfoto van de noodwerken na de afschuwelijke watersnood van 1953. Zowel rectsboven- als rechtonder zijn duidelijk de stroomgaten op Schouwen-Duiveland te zien, waar de zee bij hoog water nog vrijelijk toegang tot de polder van Schelphoek had. Bij het kruisje rechtsonder is duidelijk aangegeven waar de voormalige sleepspitsen van Van Ommeren werden gebruikt om de stroomgaten te dichten. Hier en daar zijn nog de daken te zien van boerderijen die nog altijd onder water staan.

Het is aan hoofdingenieur J.A.H. Hartman van Rijkswaterstaat, in 1953 toch een zeer druk bezet man, te danken dat wij thans nog kunnen vertellen wat er met een aantal van de sleepspitsen van Van Ommeren gebeurde, en waarom er een aantal, weliswaar in een andere gedaante, terug in de vaart kwamen.

De sleepspitsen BOUJEAN, GENEVE, METZ en NANCY worden bij HVO in Vlaardingen klaar getoomt om dienst te doen voor Rijkswaterstaat in de overgestroomde gebieden in Zeeland na de Watersnood van 1953.

De OLTEN EN COLAMR hebben een verbouwing/aanpassing bijna achter de rug.

De OLTEN en COLMAR zijn klaar voor transport naar het getroffen Zeeland.